de Volkskrant, 22 april 2000
Zou ik hier willen liggen? vraag ik me af. Donkere luchten komen aangejaagd, het begint te hagelen. Met een paar mensen schuilen we onder een afdakje. Het is wel lawaaiig hier, aarzel ik. Dat hoor je toch niet meer als je dood bent, vinden de anderen.