Hoewel je toch eigenlijk zou denken dat goede boeken ook over de eigen taalgrens heen altijd hun weg vinden, lijkt het erop dat de receptie van nationale literaturen in het buitenland eerder onderworpen is aan het dictaat van min of meer irrationele modes dan aan het criterium kwaliteit. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de receptie van Nederlandstalige literatuur in Duitsland sterk verschilde al naar gelang de periode. In de tijd tussen de Eerste Wereldoorlog en het einde van de Tweede werd het beeld van de Nederlandstalige literatuur vooral bepaald door (Vlaamse) schrijvers zoals Felix Timmermans en Ernest Claes, die zogenaamde Heimat- en boerenromans schreven. In het Duitsland van na 1945 speelde de als realistisch-vitalistisch geldende literatuur van het Nederlandse taalgebied nauwelijks nog een rol vanwege de vermeende verwantschap van deze auteurs met de ideologie van het nationaal-socialisme – al weigerde een schrijver als Antoon Coolen, die in de jaren dertig en veertig vaak in het Duits werd vertaald, resoluut om zich voor het karretje van de nazi’s te laten spannen – en vanwege de behoefte om artistiek aansluiting te vinden bij de modernen. Daarbij werd over het hoofd gezien dat natuurlijk ook Vlaanderen en Nederland moderne literatuur hadden, en diverse pogingen in de volgende decennia om de Duitse aandacht op deze teksten te vestigen mislukten min of meer. Dit veranderde pas in 1993, toen Nederland en Vlaanderen themaland waren op de Frankfurter Buchmesse. […]
Bestel hier De Gids #7 oktober-november 2009