Tijdens het Eurovisie Songfestival werd het keer op keer herhaald: ‘Wit-Rusland, de laatste dictatuur van Europa.’ Het klonk bijna liefdevol. De grenspost bij Pogranitsjnyi laat er inderdaad geen twijfel over wie hier de dienst uitmaakt: je moet diep bukken om door een loketopening ter hoogte van je navel te achterhalen wat de douanebeambten van je willen.
Op de ruit hangt een waarschuwing: geld in je documenten achterlaten wordt beschouwd als poging tot omkoping een misdrijf. Nadat we ruim drie uur in de blackbox van de bureaucratie van loket naar loket zijn gestuurd, gaat de laatste slagboom open. Op doorreis naar Rusland is ons twee dagen Wit-Russische gastvrijheid vergund.
De snelweg naar Minsk ligt als een breed lint door eindeloze velden, rondom horizon. Hier heerst de weidsheid van de planeconomie, die niet maalt om de menselijke maat. De landbouw wordt collectief en met weinig menskracht bedreven. Bijna driekwart van de bevolking woont in de steden. Na driehonderd kilometer verlatenheid loopt de snelweg uit op de drukke ring om Minsk met overwegend westerse automerken. Kilometers grauwe flatwijken, dan glijden we met de stroom mee over een achtbaans asfaltstrook de stad in, over de Avenue van de Onafhankelijkheid, langs monumentale classicistische bouwblokken, pleinen en parken. Zo zag Stalin het graag, zo ziet president Aleksandr Loekasjenko het nog steeds graag.
De stad, die in de Grote Vaderlandse Oorlog voor negentig procent werd verwoest, kreeg in 1974 de sovjettitel Heldenstad en sinds vijf jaar is ze ’s lands paradepaard als vrije handelszone. De Avenue overbrugt de rivier de Svislotsj. Op een overmaatse rotonde, het Plein van de Overwinning, met een obelisk als een uitroepteken dat naar de hemel reikt, waaiert ze uit naar het oosten.
Waarom wekt de stad onmiddellijk de indruk dat ze van bordkarton is, een filmdecor? Omdat er geen vuiltje aan de lucht is, niets nou goed, bijna niets ontsiert de façades: geen billboards, geen hippe winkelpuien die lak hebben aan de rest van het gebouw, zelfs de tand des tijds lijkt geen kans te krijgen. Minsk is af, ongenaakbaar af. Maar om de hoek is het anders, daar verrijzen doorleefde woonblokken aan vriendelijke plantsoenen, met uitgesleten wandelpaadjes, de sfeer is bijna dorps en overal staan kleurige klimtoestellen en bankjes. Hier zijn de burgers van de laatste Europese staat naar marxistisch-leninistisch model thuis. Het is vrijdag tegen het eind van de middag en heel Minsk lijkt zich wel buiten in de zon op te houden, een fles bier of kvast in de hand.
Langs de Avenue van de Overwinnaars liggen enkele hotels. Ze zijn berekend op busladingen vol toeristen, maar het valt mee, ook wie onverwacht binnen komt lopen, wordt door de blonde receptioniste met een charmante Britse tongval welkom geheten. Ze heeft nog een mooie kamer, zegt ze, voor slechts 186 duizend roebel, Wit-Russische wel te verstaan, maar we kunnen maar één nacht blijven. Beloven we echt, echt dat we morgenvroeg weer vertrekken? We knikken ijverig, dan gaan we morgen toch naar een ander hotel. Zo omzeilen de hotels onze registratie bij de politie, we zijn toch maar transit.
De restaurants en cafés zijn vol, de straten en plantsoenen ook, de mensen van Minsk flaneren de eindeloze avond in, terwijl de zon de stad goud kleurt en de schaduwen langzaam langer worden. Nergens zijn de hakken hoger, de rokjes korter, de decolletés dieper, de haren en gezichten kleuriger geverfd. Zelfs dames in Polen en Rusland steken er bleekjes bij af. Zoals Minsk zo ogen ook haar vrouwen: wonderlijk over the top. Als het tegen middernacht begint te schemeren báádt de stedelijke pracht der macht in het schijnwerperlicht. Het Paleis van de Republiek dwingt het Oktoberplein spiegelglad aan zijn voeten. Tegen alle verwachting geen spoor van de communistische partij of de president. Aan de zijkant vertoont een groot scherm brave Wit-Russische reclamefilmpjes.
In het westernstyle café doet de wodka zijn werk, een strakgesneden zakenman zwaait met een stapeltje roebels naar de drummer, roept om een solo en wordt op zijn wenken bediend. Met aan zijn zijden een platina en een ravenzwarte stoeipoes gaat hij op de helse herrie uit zijn dak. De nacht is zwoel, buiten gloort het eerste licht.
De boerinnen die de volgende ochtend op de grote markt, room en kaas en kwark verkopen, zijn zuivelfris, mollig en goedlachs. Hun uniforme blauwe schorten verraden dat het een staatsmarkt is. Maar de kefir is weldadig fris.
Aan de snelweg even buiten Minsk ligt de Koergan Slavy als een groene borst in het landschap. Aan haar voeten klauteren jongetjes op een rij groene tanks. De Ereheuvel voor de Helden van de Grote Vaderlandse Oorlog is opgeworpen met aarde uit alle uithoeken van het Sovjetrijk. Over de groene vlakte komt een stoet aangelopen, doelgericht. Voorop gaan een bruidspaar en een fotograaf, ze beklimmen de lange trap die om de heuvel slingert. De bruidsjapon wordt een witte stip. Het is traditie, veel Wit-Russen brengen de Koergan Slavy een bezoek op hun huwelijksdag, als een patriottisch eerbetoon. En het levert een mooie bruidsreportage op. Het lijkt net een sprookjesland, Wit-Rusland, met zijn kroonjuweel Minsk. Uit het sprookje van de dictator die heerst als een goede vader. Als je niet beter wist.
Reisdocumenten:
Omdat de eisen en regels veranderlijk zijn, is het raadzaam een bureau in de hand te nemen.
• Het VisumBuro (Amsterdam) adviseert en zorgt voor toeristische, zakelijke of transitvisa(eerste visum 50 of 60 euro, elk volgend paspoort 15 euro) en uitnodigingen (37 euro 50 perpersoon). www.visum.nl / (020) 465 75 02
• Eurocult-Lito (Utrecht) verzorgt reizen, maar ook reisdocumenten. www.lito.nl / 030243 96 34
Het belangrijkste document dat je bij de grens krijgt, is de migratiekaart, een onooglijk velletje papier dat je zelf moet invullen en goed moet bewaren. Een speciale verklaring van je zorgverzekeraar is niet verplicht, zoals in Rusland, wel raadzaam. Sommige hotels vragen ernaar, die willen zeker weten dat de kosten gedekt zijn als je iets overkomt in Wit-Rusland.
De auto:
De snelste en kortste route (Amsterdam Berlijn Warschau Minsk) is ongeveer 1.800 kilometer. Informeer vooraf goed naar de vereiste autopapieren (tijdelijk invoer, extra verzekering), de regels worden eerder aangescherpt dan versoepeld.
Hoewel het vaak wordt afgeraden, is autorijden in Minsk niet gevaarlijk: go with the flowen let buiten de hoofdwegen op de gaten in het plaveisel. Tankstations zijn er inmiddels genoeg. De politie controleert rijkelijk (vooral snelheidscontroles met scanpistolen).
Anders:
Georganiseerde stedentrips naar Minsk zijn er niet. Rechtstreekse vluchten vanaf Schiphol evenmin. Een vliegretour kost minimaal 500 euro. De treinreis Amsterdam-Minsk kost tussen de 500 en 600 euro retour en neemt zo’n 26 uur in beslag.
Geld:
De grote banken hebben geldautomaten, je kunt ook vaak met creditcard, dollars, euro’s en Russische roebels betalen. 1000 Wit-Russische roebel = 0,35 euro.
Informatie:
Een stedengids over Minsk is er niet, zelfs reisgidsen over Wit-Rusland zijn schaars. Verkrijgbaar is: Weiß-Rußland entdecken. Natur und Kultur von Brést bis zum Dnepr van Evelyn Scheer. (Trescher-Reihe Reisen, 2004), met 45 bladzijden over Minsk. (€ 16,95) Eind augustus verschijntde Bradt Travel Guide Belarus van Nigel Roberts. (€ 25,95)
En via internet: Minsk In Your Pocket: www.inyourpocket.com.</p