Gouverneurstuin – Assen
De oprijlaan vanaf de Zuidersingel naar het gouverneurshuis van Assen biedt een monumentaal welkom. Erachter zie je de daken en torentjes van de oude stad. Links van de laan ligt een park. Natuurlijk ligt daar een park, het past als gegoten tussen singel en bebouwing. Hoe zou er iets anders kunnen liggen?
Nou, dat had gekund. Het park heeft heel wat plannen overleefd. In de negentiende eeuw was het de appelhof en
moestuin van de gouverneur. Na de oorlog zou er een gemeentehuis komen, acht jaar later een provinciehuis. Weer vier jaar later, het is inmiddels 1957, lag er een uitgewerkt plan voor een stadspark. Maar in datzelfde jaar nog werd de tuin van één hectare omgebouwd tot een jeugdverkeerspark. Een oude foto toont een agent die in een feestelijke verkeerstoren op de rotonde staat te fluiten, terwijl kinderen in trapauto’s rondjes rijden. Zeven jaar later verhuisde het educatieve vermaak naar een grotere plek in het Asserbos.
Wat toen? Assen wilde een moderne stad zijn, met een bloeiende middenstand, dus bereikbaarheid werd heilig. Binnen de singels moest een grote parkeerplaats komen, groen zou asfalt worden, monumentale panden moesten wijken voor een warenhuis, geschiedenis zou worden verdrongen door commercie. Zo ging dat eind jaren zestig. Daar kunnen we nu ongelovig over doen, met ons angstvallig historische en groene bewustzijn, maar toen heette de Gouverneurstuin schamper ‘een aantal door jarenlange verwaarlozing doorgegroeide struiken en bomen’. De gemeenteraad besloot: ‘Die parkeerplaats zal er helaas moeten komen’ en probeerde het plan nog aanlokkelijk te maken met de zinsnede ‘parkeren in het groen’.
Maar inmiddels was in 1970 het Comité Assen Groen opgestaan. Dat vocht door tot aan de Raad van State. En won. Het park was gered. Vervolgens liet de gemeente de Gouverneurstuin nog ruim tien jaar links liggen. Officieel krijgen de onderhandelingen met de staat, die eigenaar was van het park, daarvan de schuld. Pas in juni 1987 werd het stadsparkje officieel geopend. Vlakbij is een parkeergarage gebouwd, want tegenwoordig wil de gemeente zo min mogelijk auto’s in de oude straten.Het is de Gouverneurstuin aan te zien dat hij jaren aan zijn lot is overgelaten. Twee scharminkelige appelbomen steken hun knobbelige takken in de lucht. De een is half afgebroken, de ander zwartgeblakerd – die is een keer in brand gestoken. Ook de andere bomen zijn onregelmatig uitgegroeid. Binnenkort zal nieuw loof dat weer goeddeels verhullen.
De Gouverneurstuin is geen wandelpark, daarvoor is hij te klein. Het is een park om te doorkruisen, van de oude binnenstad naar elders en terug. Het is een park om tijdens de middagpauze even een frisse neus te halen, of om snel de hond uit te laten, de verbodsbord voor honden aan de ingangen ten spijt. Driemaal ben ik in de hondenpoep getrapt. ‘We kunnen er niets tegen doen,’ zegt de ambtenaar van de Dienst Werk die met een hogedrukspuit groene aanslag van de hekken spuit. ‘Er is geen gemeenteverordening voor.’
Bijna dertig jaar is hij medewerker groen en onderhoud. Nee, zijn naam hoeft niet genoemd, daar houdt hij helemaal niet van. Als ik me erover verbaas dat het park ’s avonds om acht uur al dichtgaat, zegt hij: ‘Dat is alleen ’s zomers zo, als er kunst in staat. Anders wordt die vernield en die is vrij kostbaar.’ Dus de Asser bevolking kan op mooie zomeravonden vanwege de kunst het park niet in? Zo is dat. Om acht uur sluit een beveiligingsdienst de hekken. ‘Dat hebben we uitbesteed,’ zegt de man, ‘als wij het zouden doen, zou het park om vier uur ’s middags al dichtgaan, want dan gaan wij naar huis.’
Waarschijnlijk is die kunst een welkome smoes om het park te kunnen sluiten. De Gouverneurstuin trekt vooral jongeren, vertelt de man. Die vernielen nogal eens wat. ‘Ze drinken, vallen mensen lastig, en veel roken doen ze, hè. Dat ruikt ook niet zo lekker vaak.’ Hij schrikt een beetje, alsof hij zijn mond voorbij heeft gepraat, en zegt dan vergoelijkend: ‘Nou ja, het zal ergens anders wel niet anders wezen.’
Inmiddels zijn de scholen uit. Kleumend staan vier grieten aan een joint te trekken. ‘Onder jongeren staat het hier bekend als het blowparkje,’ giebelen ze. ‘Als het weer beter is, hangen bij alle bankjes jongeren rond, vooral alto’s en gabbers’. Wat zij zelf zijn? ‘Wij zijn niks,’ zegt de blonde. Ze wijst op het donkere meisje naast haar: ‘Ik ben met haar samen Duo Penotti, die bruin-witte chocoladepasta. En zij twee zijn Pindakaas.’ Omstandig doen ze me hun afkomst uit de doeken. De blonde vertelt dat ze een half-Molukse vader heeft, haar vriendin zegt trots: ‘Wat ik ben, je wilt het niet weten: Portugees, Indiaans, Schots, Nederlands, Zimbabwiaans en Antilliaans. En het duo Pindakaas? De een heeft een Duitse vader, de ander een Surinaamse. Hun schaterlachen schalt door de Gouverneurstuin. Ze wijzen op een grote peuk op de grond, die hebben ze ook al opgerookt. Mogen ze alsjeblieft, alsjeblieft niet met me mee naar Amsterdam?In het park zijn ze alleen maar omdat daar bijna nooit politie komt. Als ze achter de C1000 rondhangen worden ze steeds weggejaagd. Het park is toevallig toevluchtsoord, dat hier het verleden wordt gekoesterd, interesseert ze niet, zij zijn met hun hoofd bij later. Aan de geschiedenis van het ronde theehuisje naast hen hebben ze waarschijnlijk nog nooit een gedachte vuil gemaakt. Oudere Assenaren wel. Vroeger stond het bij het station. Toen het daar weg moest, kwam het in het park. Er zit nu een onooglijk blok aan vastgeplakt. ’s Zomers wordt er namelijk thee geschonken, en dus moest er een toilet bij komen. Trouwens, eigenlijk is het niet eens het echte theehuis maar een replica.
Ach, wat maakt het uit, het gaat om het beeld, om de historische sfeer. Zoals elke moderne stad herschept Assen haar verleden naar eigen believen. Zo is die negentiende-eeuwse gouverneur eigenlijk te jong, dus is gezocht naar een verhaal dat dieper het verleden induikt: het parkje was wellicht zelfs al de moestuin van de Cisterciënzer nonnen die in de dertiende eeuw hier een klooster stichtten. Mooi, daar doen we het voor, daarmee staat het park aan de oorsprong van Assen.