Jongeren weten alles over seks, via internet, MTV en Break Out! Maar de erotisering van de jeugdcultuur irriteert veel scholieren. `Zo las ik wat je kunt doen met een ingevroren frikadel. Het is te triest voor woorden.´
`Ik vind het heel erg als mijn moeder over vriendjes en seks begint´, zegt Naomi. En Alissa: `Ik kan thuis over heel veel dingen praten, maar over seks, daar heb ik echt geen zin in. Ik probeer het altijd af te kappen.´ En Jordi: `Mijn vader komt er op heel vreemde momenten mee, totaal onverwacht.´ `Jaaa´, mijn moeder ook´, roept Naomi. `Laatst nog, ik lag in bed en zij was de was aan het ophangen. Zegt ze ineens: “Naomi, weet je eigenlijk wel hoe je een condoom moet gebruiken?” En ik: “Mahám, gá wég!” Toen kwam ze met een condoom aanzetten. Zei ze er ook nog bij dat-ie over de houdbaarheidsdatum heen was.´ Naomi duikt weg achter een kussen. Ze weten alles al, zeggen de vijftienjarigen, van vmbo´ers tot vwo´ers, die in Naomi´s roodfluwelen kamer praten over jongens en meisjes, over verkering, zoenen en seks.
Ouders van nu, die zelf jong waren in de jaren zeventig, maken zich zorgen over de geseksualiseerde wereld waarin hun kinderen opgroeien. Niet alleen jongerenbladen, ook tv-programma´s en websites laten niets te raden over. Neuken doe je zo. Maakt dat kinderen niet veel te vroegrijp?
Een metastudie van de Nisso Rutgersgroep over de seksuele ontwikkeling van kinderen* stelt gerust: uit een steekproef in 1990 en 1995 blijkt dat jongeren weliswaar eerder seksueel actief worden, maar er is een duidelijke ondergrens aan. Het komt nauwelijks voor dat kinderen onder de twaalf al geslachtsgemeenschap hebben. Doorgaans gaat het zo: tot twaalf jaar ontdekken ze vooral hun eigen en andermans lichaam, met nabootsende spelletjes als doktertje spelen. Daarna gaan ze geleidelijk experimenteren met seksueel gedrag dat als volwassen geldt: zoenen, de geslachtsdelen aanraken en tenslotte gemeenschap. Kinderen die een minder goede hechting met hun ouders hebben, blijken eerder seksueel actief te worden dan hun leeftijdgenoten. Als jongeren hun eerste seksuele ervaringen met veertien, vijftien, zestien jaar hebben, vinden ze er vaak nog niet veel aan. Op die leeftijd hebben ze nog weinig grip op hun seksualiteit. Ze laten het vrijen vaker maar over zich heenkomen, laten de ander maar zijn gang gaan. Die relaties zijn dan ook geen lang leven beschoren, bij veertien- en vijftienjarigen houdt zeventig procent nog geen drie maanden stand, bij achttien-, negentienjarigen geldt dat voor 56 procent. Het is een bekend beeld, een jong stel op een bankje dat lusteloos wat zit te zoenen en te wriemelen, omdat ze niet weten wat ze anders nog met elkaar aan moeten vangen.
De jongeren die ik spreek hebben het nog nooit gedaan. Nog geen behoefte, zeggen ze. `Ik wacht tot ik zeventien, achttien ben´, zegt Alissa. Naomi: `Dat ga ik niet zeggen, maar het is niet zo dat ik morgen ontmaagd wil worden.´ Sophie, die de kwestie graag met sociologische distantie beschouwt: `Ik denk dat de jeugd van nu er minder behoefte aan heeft dan die van een paar jaar geleden. Toen was het meer: ik wil zo snel mogelijk met iemand naar bed. Als het niet mag wil je het, als het mag denk je: dat maak ik zelf wel uit.´ En Naomi: `Ik hoorde laatst van een ander kind dat ze al op haar dertiende ontmaagd was en dat vond ze eigenlijk helemaal niet leuk.´Uit onderzoek blijkt volgens de Rutgers Nissogroep dat kinderen die door hun ouders opener zijn voorgelicht, minder vaak onvrijwillige seksuele contacten hebben voor hun zestiende en als ze die al hebben duren ze korter. In gezinnen waar kinderen de ouders wel eens naakt zien, waar meer over seks en seksueel gedrag wordt gepraat, groeien de kinderen op met minder angst voor seks.
Open zijn, voorlichten, praten, dat is de normale opvoedingspraktijk geworden, tenminste in gezinnen met een niet-orthodoxe, westerse achtergrond. Maar wát is het eigenlijk dat ouders doen? Ze proberen de seksuele groei van hun kinderen in gebaande paden te leiden, hen te disciplineren, hen in te voegen in de wereld van de volwassenenseksualiteit. Ook al zijn de risico´s minder dramatisch omdat er anticonceptie beschikbaar is en religieuze verdoemenis en maatschappelijke schande niet meteen op de loer liggen, net als eerdere generaties willen ook ouders van nu voorkomen dat hun kinderen zwanger raken, geslachtsziektes oplopen, misbruikt worden. En ze zullen het niet zo snel toegeven, maar ook hun schrikbeeld is dat hun kinderen zich ontpoppen als sletten of – in mindere mate – rokkenjagers. Hoe vrijgevochten ze ook zijn, ze zien hun eigen kinderen toch het liefst (serieel) monogaam, dat is het veiligst. En dat betekent ze in het gareel zien te krijgen, bij voorkeur zonder dat ze daar zelf al te veel erg in hebben; het is spitsroeden lopen tussen openheid en de geheime agenda. Voorgaande generaties probeerden in essentie hetzelfde te bereiken, maar met grovere middelen. Alleen hadden zij slechts het taboe, de harde hand en het verbod tot hun beschikking.
Een taboe is seks allang niet meer, integendeel, woord en beeld en daad staan ons vrijelijk ter beschikking. Dat leek ideaal, maar verkeert geleidelijk in zijn tegendeel. Kinderen staan van jongs af aan bloot aan het opdringerige commerciële sekscircus waartoe de seksuele revolutie is verworden. De jongeren bij Naomi hebben op eentje na een tv op hun kamer. Van videoclips en films waarin alles om seks draait moeten ze weinig hebben, zeggen ze, al kennen ze alle titels en namen. Eileen: `Dat je alles maar kan zien, dat hoef ik echt niet.´ Sophie: `Alle mogelijke standjes, met ketchup. In de film De Passievrucht zie je alles, hoe het de eerste keer gaat met alle details, dat dat mág voor twaalf jaar en ouder!´ Jordi: `Met muziekclips heb je dat ook, alles wat er overdag uit is geknipt, kun je later achter elkaar zien. De vrouwen hebben alles uit, de mannen zijn nog in de kleren.´ Eileen: `Ik zap, zie porno, en zap verder, ik kijk er niet eens meer naar.´ Vroeger, toen bleven ze er wel naar kijken, maar nu niet meer. De vraag blijft natuurlijk wat al die indrukken doet met hun ontluikende seksualiteit? Valt er nog zelf iets te ontdekken als het hoofd vol beelden, verhalen en handleidingen zit?Het zijn niet alleen de beelden, maar ook de boodschappen die jongeren om de oren vliegen.
Commercie heeft zich vermengd met voorlichting. Dat geldt zeker voor de jongerenbladen, die niet moe worden uit te leggen hoe je moet vingeren, pijpen, waar je op moet drukken of wrijven, welk standje je de eerste keer het best kunt uitproberen, dat je alleen moet (mag?) doen wat je zelf prettig vindt, en die daarnaast als rituele boodschap niet nalaten te benadrukken dat alles normaal is. Ondertussen is het niet mis te verstaan wat als goed seksueel gedrag geldt: je altijd voorbehoeden, liefst met pil en condoom of zelfs beflapje (vreemd genoeg alleen bij lesbische seks), alleen maar doen wat je zelf lekker vindt en dat goed doorpraten met je partner. Geen detail blijft onbesproken, onbeschreven, ongefilmd. Seks is een aaneenschakeling van vaardigheden die je moet kennen voor je eraan begint. Seks is weliswaar gevaarlijk – en dat geldt nog steeds vooral voor meisjes -, maar als je zorgvuldig bent in de keuze van je partner en het goed doet, is het volop genieten. Kop erbij houden dus, verstandig zijn, stap voor stap het lijstje afwerken tot je oud en wijs genoeg bent om je lust stukje bij beetje de vrijere teugel te laten.
In zijn boek De spanning van seksualiteit (1999)**, een analyse van jongerenbladen, toont communicatiewetenschapper Joost de Bruin aan dat ook jongerenbladen seks vooral vanuit het voorlichtingsperspectief beschouwen – hoeveel schuttingtaal, hunks, chicks, stoere en sexy verhalen er ook in opduiken. Sophie, fel: `Het is zo onrealistisch allemaal, zo las ik eens in een blad wat je allemaal kunt doen met een ingevroren frikadel. Het is te triest voor woorden.´ De Break Out! leest ze niet meer. Ook de anderen zijn er op uitgekeken, zeggen ze, in die bladen staan altijd dezelfde verhalen, dezelfde problemen en dezelfde vragen. `Iedere week, iedere maand staat er wel in hoe je zou moeten vingeren´, zegt Sophie. Spannend vinden ze al die aandacht voor seks niet meer, zeggen ze, spannend is het alleen nog voor hun jongere zusjes en broertjes. Het hele seksuele jargon – dat ik zelf met tegenzin over de lippen krijg – vliegt moeiteloos door de kamer. Zo zijn ze het gewend. Dat zegt vooral iets over sociaal wenselijk gedrag en verbaal vermogen, met de stand van hun emotionele en seksuele ontwikkeling heeft het bijster weinig van doen.
Het is een tamelijk armetierige boodschap die jongeren van alle kanten krijgen aangereikt. Ze gaat snel irriteren, ook omdat ze nogal zelfgenoegzaam is. `Dan zit er weer zo´n seksdeskundige bij´, meesmuilen de vijftienjarigen. Niets zo erg als volwassenen die doen alsof ze de seksexperts bij uitstek zijn – we´ve seen it all, we´ve done it all. Niets is zo hypocriet ook. Jongeren zijn op zoek naar hun eigen seksuele identiteit en willen met die van hun ouders niets te maken hebben.Maar hoe zou de seksuele opvoeding anders moeten? Kan het wel anders? Of is misschien die vraag niet goed? Het onderscheid dat de Franse filosoof Michel Foucault maakt tussen scientia sexualis en ars erotica werpt een verhelderend licht op onze omgang met seksualiteit. Kennis over seks is iets anders dan de kunst van het vrijen. Sterker nog, de nadruk is zo sterk op seksuele kennis en vaardigheden komen te liggen dat de lust eronder dreigt te bezwijken.
Helpt het wel, al dat weten? De jongeren in het boudoir van Naomi twijfelen, het maakt je wel minder onzeker, denken ze. Het is toch wel fijn om te weten hoe het gaat en wat je moet doen. Hoewel, dan zit je op het moment suprême met dat hoofd vol kennis. `Als je het dan niet doet zoals de bladen zeggen, ben je bang dat je het verkeerd doet´, vreest Naomi. `Daar zou je helemaal zenuwachtig van worden´, zegt Alissa. `Ik vind dat je er geen handleiding bij hoeft te houden.´ Sophie vindt het ook wat ver gaan: `Hoe je je vingers en duim moet houden bij het aftrekken´, ze doet het met een vies gezicht voor. `Het loopt toch allemaal vanzelf de eerste keer´, denkt Eileen. Maar zij vindt ook: `Een kind moet alles weten voordat-ie het de eerste keer doet.´ Naomi: `Dat ie het veilig doet, dat het soms pijn kan doen, dat je zelf je eigen grens moet weten.´ Maar wat doe je als een jongen nu heel graag wil en als je hem anders misschien kwijtraakt? `Dan raak je hem maar kwijt´, zegt Naomi stoer. `Dan is ie het gewoon niet waard´, schampert Eileen.
Telkens blijkt dat de voorlichtingsboodschappen er goed ingeprent zijn. Naomi: `Het onderwerp geslachtsziektes mag wel vaak terugkomen in de bladen.´ Maar meteen daarop zegt ze: `Ik word er ook wel eens moe van. Dít mag je niet, dát kun je krijgen. Hou op, denk ik dan.´ Alissa zegt wijselijk: `Als ouders zich er veiliger bij voelen wanneer ze dat steeds herhalen, moeten ze dat doen. Als ik er genoeg van heb, zeg ik het wel.´
Wat te doen? Voorlichters en ouders die zich bewust zijn van de schraalheid van de scientia sexualis en die jongeren daarom ook iets bij willen brengen over de kunst van het vrijen verstrikken zich alleen maar steeds verder in de netten van de kennis. Dat leidt tot al die nodeloze detailadviezen en perkt de ruimte voor een vrije zoektocht naar de eigen seksuele identiteit nog verder in. Al die bemoeienis belemmert de eigen ontdekking: in werkelijkheid zijn seks en erotiek altijd weer anders, is de taal een krakkemikkig voertuig, is weten-wat-je-wilt dikwijls beperkt en willekeurig, en blijken lust, genot en drift niet per se samen te vallen met lekker en fijn en genieten. De kunst van het vrijen kun je alleen maar zelf in levenden lijve ontdekken.
Het zijn mooie termen: ars erotica, minnekunst, je overgeven aan de lust. Ze scheppen ruimte, veronderstellen aandacht, eerbiedigen het geheimzinnige dat ook in seks schuilt. De Amerikaanse schrijfster en feministe Naomi Wolf brengt die minnekunst in het geweer tegen de verplattende en verpieterende kracht die porno op ons seksleven heeft. Je kunt niet zomaar alles uitproberen zonder gevolgen, ook seksuele ervaringen kruipen onder je huid. Het is waar dat we, zoals Wolf stelt, iets kunnen leren van culturen die omzichtiger, minder exhibitionistisch zijn in hun seksuele uitingen. In elk geval getuigt het van benepenheid om de open-en blote westerse omgang met seksualiteit boven die van de gesluierde oosterse te stellen.
Toch zijn mysterie en minnekunst juist in hun schoonheid ook misleidende noties. Ze zijn maar een deel van het verhaal. Seksualiteit is niet onschuldig, en gaat het goede en schone altijd weer te buiten. Minnekunst en je gerief halen. Verleiding en verkrachting. Aandacht en obsessie. Genot en pijn. Verhevenheid en dierlijkheid. En alles ertussenin.
Dat meemaken, met vallen en opstaan, is seksueel volwassen worden. En dat doet elke generatie zelf, op eigen houtje, met alle onzekerheid van dien. De generaties van voor de seksuele revolutie moesten zich door heel wat onwetendheid en taboes heenworstelen. De generaties van nu moeten zich vrij zien te maken van al die kennis en handleidingen, beelden en verhalen die zich in hun hoofd genesteld hebben. Daarbij kunnen ze geen ouders en deskundigen gebruiken, vroeger niet en nu niet. Misschien is dat voor ouders van nu, die gewend zijn aan een intiemere omgang met hun kinderen dan ouders van vroeger, wel het moeilijkst te slikken. Stond vroeger het fatsoen van kinderen op de eerste plaats, nu is dat hun geluk. En dat is heel wat complexer. Dat jongeren seks hebben is geen punt, maar dan moet het wel goede seks zijn. Ouders staan op scherp als het gaat om nare seksuele ervaringen. Het vergt heel wat zelfbeheersing hun kinderen in het diepe te laten zonder vanaf de kant voortdurend aanwijzingen te geven.
De jongeren in Naomi´s kamer praten en flirten veel via msn met elkaar, lekker veilig. Sophie: `Je hoeft iemand niet aan te kijken en als het je niet meer bevalt zeg je dat je moet eten.´ Chatten is al enger. Eileen: `Toen ik laatst aan het chatten was, vroeg een jongen: `”Hallo, wat heb je aan? Ben je geil?” Zo zijn ze op msn niet.´ Voorlopig verheugen ze zich vooral op carnaval. `Als ik een leuke jongen zie dan wacht ik niet tot het eind van de avond om hem te pakken´, zegt Eileen, `maar dan doe ik dat hup meteen.´ Lekker zoenen met jongens die ze leuk vinden. Soms doen ze wedstrijdjes. Naomi: `Op deze leeftijd kan dat nog, als je ouder bent en verkering hebt, doe je dat niet meer.´
* Seks in de groei, Een verkennend onderzoek naar de (pre-)seksuele ontwikkeling van kinderen en jeugdigen, Hanneke de Graaf en Jany Rademakers, Rutgers Nissogroep, Eburon 2003
** De spanning van seksualiteit, Plezier en gevaar in jongerenbladen, Joost de Bruin, Het Spinhuis, 1999