Dierenbegraafplaats Zevenhoven
Steeds dieper rijd ik het Groene Hart in, over een dijkje met een veerooster, tot een boerenerf met het bordje Dierenbegraafplaats Zevenhoven. Geitjes mekkeren een welkom. Achter op het erf staat een haag van coniferen met drie bogen. Daarachter strekt zich een bonte bloemenpracht uit tussen betonnen paden.
Meer dan vierduizend huisdieren liggen hier in zesendertighonderdtwintig graven. Naamloze graven met alleen een nummer, maar vooral graven naar het evenbeeld van mensengraven. Gouden letters op wit marmer en zwart graniet geven uitdrukking aan het verdriet om de dood van Bello, Snoopy, Pinky Poes, Pluisje, Whisky of Wolfje. Geëmailleerde fotootjes houden de herinnering aan de trouwe viervoeters levend. Boxers, dobermannpinchers, bouviers, poedels, een ouwe bastaard in een mandje. Vissen, vogels en andere kleine dieren worden meestal niet apart begraven maar bijgezet.
Op een marmeren zerk staan drie huisdieren, waaronder ‘Lieve Jaco, mijn papegaai’, hij is maar liefst zesentwintig jaar oud geworden. Dicht tegen het dijkje met wilgen ligt Iwan al sinds 1970, zijn grafsteen is romantisch verweerd. In het aangrenzende weiland graast een zwartbonte kudde koeien. Kwakend vliegt een eend over.
Zevenhoven is de oudste dierenbegraafplaats in Nederland. Ruim dertig jaar geleden vroeg een man van een naburig bungalowpark boer Wahle of hij een hond op zijn erf mocht begraven. Later kwam er weer iemand, en nog iemand, het sprak zich rond. Boer Wahle breidde uit naar het weiland. In 1988 doekte hij zijn melkveebedrijf op, en in 1993 namen zijn zoon Tom en diens vrouw Angela de begraafplaats over. In ambtelijk jargon bedrijven ze ‘landbouw met een verbrede doelstelling’. De ontvangstkamer is aan huis en de oude koeienstal is ingericht als opbaarruimte.
Een graf kost minimaal honderdtwintig gulden, één jaar huur tussen de vijfentwintig en vijfenveertig gulden. De meeste mensen nemen een spaanplaten kist tussen de vijftig en honderdvijfentwintig gulden. En daarbij komen dan nog gedenkstenen, letters, fotootjes en bloemstukken. Sinds kort is er een Groen Geregeld Arrangement voor het onderhoud.‘Persoonlijke vrijheid is ons motto,’ zegt Tom Wahle, een zachtmoedige blonde man. ‘Sommige mensen laten een dier voor één jaar begraven, anderen zeggen: “Zolang ik leef blijf ik betalen.” De een vindt een graf met registratienummer genoeg, een ander besteedt ettelijke duizenden guldens aan een steen. Gemiddeld ligt een dier hier tien tot vijftien jaar.’
Er zijn mensen die wekelijks langskomen. Nee, zeggen de Wahles stellig, dat zijn niet uitsluitend eenzame mensen die alleen hun hondje of poes nog hadden, maar ook jonge mensen met drukke banen en twee kinderen.
We staan voor tien witmarmeren zerken met een hek erom. Op elke zerk staat een gedicht: ‘Lieve Dorus / wat een mens / niet is was jij / lief trouw en eerlijk’. Er zijn mensen die hier al veertig huisdieren hebben liggen, vertelt Tom Wahle. ‘Ik vraag altijd of mensen een familiegraf willen, dat klinkt raar, maar ik vraag het vrij voorzichtig. Anders zijn ze later misschien heel verdrietig dat een ander huisdier elders op de begraafplaats komt te liggen.’
Veel regels zijn er niet op Zevenhoven. De dieren worden zo’n zeventig centimeter diep begraven, zodat er voldoende grond overblijft om plantjes te poten. ‘De meest traumatische ervaring die je mensen toe kan wensen is dat ze met een schop op de kist of het dier stoten,’ zegt Wahle. Op de betonnen paden racen zijn blonde kinderen onderwijl vrolijk op hun driewielers rond. Voor hen is dit alledaagse werkelijkheid.
Lang niet iedereen begraaft zijn huisdier op een begraafplaats. Nederland telt er maar zo’n zeventien, terwijl er meer huisdieren zijn dan mensen en er in één mensenleven wel vijf hondenlevens gaan. De meeste huisdieren worden in de eigen tuin begraven of gaan naar een crematorium of destructor. Dood vee mag sowieso niet begraven worden, ook kleinvee en pluimvee niet.
Vaak blijven de baasjes anoniem, een enkele keer staat hun naam op de steen, zoals bij de katten Noetje, Gitje en Woepie van Zuijlen. Sommige dieren hebben chique stamboomnamen, zoals de Engelse buldog Spyke de l’Amabilité, of Butch of the Gloaming. Op een witmarmeren zuil staat een levensgrote geboetseerde kop van Butch. Een emaillen kleurenfoto bewijst dat het beeld goed lijkt. In gouden letters staat eronder: ‘Mijn aller, allerliefste lieverd / ga maar lekker slaapjes doen / it’s okay! / liefste Butch-ie-kind / ik mis je zo intens veel / ik hou zoveel van jou / mijn liefste lieverd / ik hou zoveel van jou’. De grafstenen laten zich lezen als een boekwerk vol mensenleed. Naast de foto van een bullebak van een hond staat op een marmeren tegel de hartenkreet: ‘Waarom nou jij?’
Van een dier kun je onbeschaamd houden. In marmeren harten staan de intiemste koosnaampjes gebeiteld: ‘Dag lieve Boefiepoepie’, of ‘Ceasar / Ouwe pik van ons / moederskind’.
Op geen gewone begraafplaats laat het poëtische gemoed zich zo lustig gaan. Soms hebben de opschriften zelfs een erotische lading: ‘Het wrijven tussen huid en huid / doet alle woorden in jou / groeien / mijn warme adem wist ze uit’. En het is bijna onnavolgbaar hoe groot het verlies kan zijn: ‘Chilawee a red spirit / Dank je wel voor de / mooiste liefde / van mijn leven / Yvonne’. Acht jaar waren ze samen, op de foto staat een rood vosachtig hondje.
De verhevenste menselijke eigenschappen zoals liefde en trouw, worden moeiteloos aan dieren toegedicht, maar soms zijn de opschriften gewoon prachtig honds: ‘Dumbo / hier ligt de / goede meneer / met het grote hoofd / en de zachte oren / vriend van de familie’. Of deze: ‘Mellow / me and my shadow / Eddy’. Ik zie ze al lopen, een jongen en zijn hond.
‘Dieren hebben een heel andere plaats in een huisgezin en in de maatschappij dan dertig jaar geleden,’ zegt Angela Wahle. Zelf heeft ze er wel aan moeten wennen, bekent ze. ‘Ik was ziekenverzorgster, soms kwam ik thuis en had net iemand afgelegd die helemaal alleen was en dan zat de hele ontvangstkamer hier vol met mensen die hun huisdier kwamen begraven. Maar toen dacht ik: waar gaat het om? Deze mensen moeten met hun verdriet leren leven. Wij begeleiden ze daarin.’