Prijs kaartje bus en trein straks vrij kopte mijn krant vorige week. Een grote vermoeidheid over viel me. Ik haat vrije prijzen.
Het gaat om het regionale openbaar vervoer, las ik verder. Nederland wordt opgedeeld in negentig concessiegebieden. Maar goed, ik zal u de details besparen, die wil ik zelf ook niet weten. Ik maak regelmatig gebruik van het openbaar vervoer, ik heb altijd een strippenkaart bij me, stop zonder nadenken mijn pasje in de kaartjesautomaat op de perrons en toets in wat ik hebben wil. Klaar, basta, wat het kost zie ik wel op mijn giroafschrift. Maar dat is binnenkort verleden tijd. Met een groots gebaar geeft de overheid het openbaar vervoer uit handen: kijk, reizigers, om u ter wille te zijn laten we de marktwerking intreden, concurrentie leidt tot scherpe prijzen, daar wordt u dus alleen maar beter van. Met u bedoelen ze dan `uw portemonnee´. Maar ik wil niet tot mijn portemonnee gereduceerd worden. Ik wil niet bij elke stap hoeven nadenken over duurder of goedkoper, ik wil reizen met zo min mogelijk rompslomp. Weg met de keuzes tussen twee dubbeltjes of een kwartje.
Binnenkort worden de taxiprijzen ook al vrijgelaten. Ik zie me al staan ´s avonds laat in de regen, onderhandelend met zo´n gewiekste penosejongen. Wat zal ik heimwee hebben naar de tijden dat ik zonder nadenken in een taxi stapte en wist dat ik voor een geeltje thuis was.
Nee, het wordt van kwaad tot erger met die vrije prijzen. Ongevraagd krijg ik uit de onverwachtste hoeken advies. Mijn moeder drong er plotseling op aan dat ik, net als zij, voor elk telefoontje eerst vier cijfers zou draaien, dat bespaart telefoonkosten. Ze gaf toe dat die telefonielijn vaak overbezet was, maar ja, je betaalde ook minder. Niet lang daarna waren die vier cijfers veranderd, nog later bleek er een nog goedkopere belmethode via een andere firma, et cetera.
Ook onze vertrouwde nationale telefoonmaatschappij begint me nu al dal- of piek- of anderssoortige voordelen aan te bieden. Ze zeuren aan m´n kop, zij willen dat ik voordelig uit ben. Maar ik wil met rust gelaten worden, het geeft echt niet als me dat wat kost. Want het stompzinnige is: de tijd die het je kost om uit te vinden hoe je het goedkoopst uit bent, die wordt niet meegerekend. En de niet-aflatende speurhondse oplettendheid die het vereist om op de hoogte te blijven van de nieuwste aanbiedingen, die rekent ook geen zogenaamde slimme jongen mee. Om nog maar te zwijgen van de banale gesprekken waartoe je je laat verleiden als je eenmaal besloten hebt om achter het goedkoopste bod aan te jagen. Nee, de prijs die ik betaal voor scherpe prijzen is mij te hoog.
Uiteindelijk heeft alles een prijs. Dat blijkt ook de slogan van mijn internetprovider te zijn. Laatst stuurde deze mij voor het eerst een brief. Ik was zeer verbaasd. Ik krijg nooit post van hem, alleen tweemaandelijks een factuur. Maar nu wilde hij me laten weten dat hij – in tegenstelling tot veel andere providers – geld blijft vragen voor zijn diensten en dat hij in ruil daarvoor mijn persoonlijke gegevens niet verkwanselt aan derden die mij vervolgens weer gaan bestoken met hun reclamecampagnes of mijn gegevens gebruiken voor hun stiekeme marketingstrategieën. Zelfs mijn exacte surfgedrag schijnt doorverkocht te kunnen worden. Zo word je steeds dieper in het stinkend moeras van de markt gezogen.
Ik was geroerd door de brief van mijn provider, de andere providers niet. Ze zijn zelfs naar de rechter gestapt. Maar mij bemoedigt het: ze zijn er nog, keurige firma´s die mij beschermen tegen die moderne pooierspraktijken. En vooral: ik ben ervan overtuigd dat ze blijven. Want het duurt niet lang meer en de burgers slaan terug. Steeds meer mensen worden er kotsmisselijk van dat ze alleen nog maar als wandelende portemonnees worden aangesproken. Weg met de besmettelijke ziekte die vrije consumentenkeus heet. Wij willen de vaste prijzen terug!